Procedure voor de inschrijving van een externe opleiding

U wenst deel te nemen aan een externe opleiding (dit is een opleiding die niet georganiseerd wordt door het IGO maar door een externe organisator, bv. een universiteit, een balie, een uitgever, een privéfirma enz.), volgt de hierna beschreven werkwijze:

U gaat eerst na op opleidingspagina van de IGO-website of de externe opleiding al is erkend.

De opleiding is erkend

Is de opleiding erkend of wordt ze na de vorige stap erkend, dan kunt u zich rechtstreeks bij de organisator inschrijven met opgave van uw naam en functie. U dient de opleiding effectief te volgen en de aanwezigheidslijst te tekenen. De organisator maakt de factuur (samen met de aanwezigheidslijst) over aan het IGO voor vereffening. Voor hen die zich inschrijven doch niet effectief aanwezig zijn, neemt het IGO de eventuele kosten niet ten laste. Vervanging door een collega is evenwel toegestaan. Deze tekent met vermelding van zijn naam en functie naast de naam van de vervangen collega. Vragen omtrent ziekte of niet-deelname enz. dienen rechtstreeks tot de organisator te worden gericht. Het IGO geeft geen gevolg aan e-mails en brieven die in dit verband naar het Instituut worden gestuurd.

 

De opleiding is niet erkend

Is de opleiding niet bij de erkende externe opleidingen vermeld, dan stuurt u een e-mail naar het IGO (annick.vandergucht[at]igo-ifj.be) waarbij u, met vermelding van uw naam en functie en met de folder of het programma en de praktische informatie in bijlage gevoegd, vraagt of het IGO de kosten van deze opleiding ten laste kan nemen. Het IGO zal zo vlug mogelijk antwoorden maar dient soms vooraf bijkomende inlichtingen bij de organisator in te winnen, wat enige tijd in beslag kan nemen.

 

Criteria voor erkenning

De inschrijvingskosten van opleidingen aangeboden door derden kunnen in aanmerking komen voor ten laste neming door het IGO mits voldaan wordt aan onderstaande criteria:

    1. De opleiding moet complementair zijn met het eigen aanbod van het IGO. Ingeval er toch sprake is van overlapping/dubbel gebruik moet er, ingeval toch beslist wordt de kosten ten laste te nemen, een duidelijke meerwaarde zijn door een andere factor, bijvoorbeeld het feit dat er naast magistraten ook andere rechtspractici en deskundigen deelnemen.
    2. De opleiding mag niet tegenstrijdig zijn met het beleids- of actieplan van het IGO.
    3. De opleiding moet actuele thema’s behandelen en/of gericht zijn op de ontwikkeling van competenties die prioritair zijn voor de leden van de doelgroep van het IGO.
    4. Het spreekt vanzelf dat de doelstelling van de opleiding erop moet gericht zijn de professionele competenties van de leden van de doelgroep van het IGO te ontwikkelen.
    5. Voor de ten laste neming van de inschrijvingskosten moet rekening worden gehouden met de financiële beperkingen van het IGO en de omvang van zijn doelgroep. Indien nodig zal het IGO onderhandelingen voeren met de organisator om binnen de budgettaire marges te blijven. Het IGO betaalt max. 25 euro/uur per gevolgde opleiding met een maximum van 150 euro per dag per persoon. De duur van de onderhandelingen kan de mededeling van de beslissing van het IGO aan de aanvrager ietwat laten aanslepen. 
    6. Voor magistraten en personeelsleden van de rechterlijke orde kan in welbepaalde gevallen onder het motto ‘Train the trainer’ beslist worden de kosten ten laste te nemen voor opleidingen die duurder zijn dan de gebruikelijke criteria omdat hun deelname beschouwd kan worden als een investering die via hun medewerking aan de eigen opleidingen van het IGO terugvloeit naar hun collega’s magistraten en/of personeelsleden van de rechterlijke orde.
    7. Vaak gaat de organisatie van een studiedag aangeboden door een derde organisme gepaard met het verschijnen van een boek. Vanzelfsprekend is het essentieel dat magistraten en personeelsleden van de rechterlijke orde ook kunnen beschikken over de documentatie die betrekking heeft op de opleiding in kwestie, maar het budget voor de aankoop van documentatie (handboeken, naslagwerken, wetboeken, tijdschriften, etc.) zit momenteel niet bij het IGO maar bij de FOD Justitie. Dit aspect wordt derhalve geval per geval bekeken, in functie van de prijs van de documentatie en de waarde/relevantie van het naslagwerk of de documentatie.
    8. Gezien het beperkte budget waarover het IGO beschikt, is het vooralsnog niet mogelijk om de inschrijvingskosten voor externe opleidingen ten laste te nemen voor wat betreft de plaatsvervangende magistraten, de raadsheren en de rechters in sociale zaken en de rechters in ondernemingszaken. 
    9. In het globale budget voorzien voor inschrijvingskosten voor opleidingen behorende tot het derdenaanbod wordt een marge ingebouwd voor speciale gevallen (bijvoorbeeld een eenmalig initiatief, een initiatief/studiedag gekoppeld aan een welbepaald gebeuren, lokale opleidingsinitiatieven etc.). Ook hier geldt evenwel dat de ten laste neming van de inschrijvingskosten voor deze speciale manifestaties/evenementen een duidelijke meerwaarde moet opleveren met het oog op de ontwikkeling van de professionele competenties van de leden van de doelgroep van het IGO.